18 augustus 2023

Gespecialiseerde Fysiotherapie bij Kinderen met problemen in de zindelijkheid

Om gespecialiseerde fysiotherapeuten bij kinderen met problemen in de zindelijkheid een juridisch en vakinhoudelijk ondersteunde positie binnen de NVFB en NVFK te geven wordt de voormalige Landelijke Werkgroep KinderBekkenFysiotherapie (LWKBF) ingebed in deze twee verenigingen. De belangen van de werkgroep worden dan door beide Beroepsinhoudelijke verenigingen en het KNGF behartigt.

Projectgroep

Begin 2016 hebben de NVFB en NVFK een gezamenlijke projectgroep ingesteld. De projectgroep heeft als doel voor 2017 om te zorgen voor een soepele inbedding van de voormalige LWKBF binnen de NVFK en NVFB én voor profilering van de gespecialiseerde fysiotherapeut bij kinderen met bekkenproblematiek binnen de eigen beroepsgroep, naar verwijzers en consumenten.

Addendum Gespecialiseerde Fysiotherapie bij Kinderen met problemen in de zindelijkheid

Het Addendum Gespecialiseerde Fysiotherapie bij kinderen met problemen in de zindelijkheid is door zowel de leden van de NVFK als de leden van de NVFB unaniem aangenomen. Het addendum is op de Algemene Ledenvergadering van het KNGF op 21 juni 2017 goedgekeurd door de leden en is bij deze officieel vastgesteld.

Informatie voor ouders

Over het algemeen verloopt het zindelijk worden van een kind vrij vanzelfsprekend. Wanneer dit niet het geval is, kunnen meerdere factoren een rol spelen. Het is niet altijd noodzakelijk om deze tot in details te achterhalen maar het kan komen door bijvoorbeeld een te vroeg gestarte zindelijkheidstraining, terugkerende blaasontstekingen of onnodig ophoudgedrag.

De factoren die van belang zijn komen naar voren in het intakegesprek (de anamnese), de vragenlijsten en het onderzoek wat uitgevoerd wordt als u uw kind aanmeldt voor hulp bij de gespecialiseerde fysiotherapeut. Zij zijn opgeleid om het kind op een speelse wijze te leren voelen waar de bekkenbodemspieren zitten en hoe een kind daar controle over kan krijgen. Ook wordt geleerd hoe en wanneer ze moeten plassen en poepen. Ze krijgen inzicht in het leren voelen en goed te reageren op aandrang signalen.

Waarom gespecialiseerde fysiotherapie bij kinderen met zindelijkheidsproblemen?

Net als volwassenen kunnen ook kinderen last hebben van een niet goed werkende bekkenbodem. Bekkenbodemspieren zijn bewust en actief te gebruiken. Veel kinderen zijn zich hiervan niet bewust en voelen dit niet. Dit kan allerlei klachten veroorzaken die een opgroeiend kind in de weg kunnen zitten. Onder “bekkenbodem” verstaan we de spiergroepen die de buikholte van de buitenwereld scheiden, met daarin 2 openingen voor het kwijt raken van plas en poep (en voor de meisjes uiteraard ook nog de vagina). Deze spiergroepen  vormen een sluitspier voor de plasbuis en de anus en spelen dus een rol bij zowel ophouden als lozen van plas en poep. We proberen aan uw kind e.e.a. zodanig uit te leggen, dat het begrijpt dat het aanleren van plassen en poepen een vaardigheid is net zoals b.v. fietsen of zwemmen.

Om deze vaardigheid goed aan te leren moeten er een aantal voorwaarden aanwezig zijn zoals:

  • voldoende drinken
  • voldoende en vezelrijk eten
  • een voldoende blaasgrootte
  • juiste toilethouding
  • een juiste reactie op aandrang
  • voldoende tijd om een volledige plas of poep te doen

De gespecialiseerde fysiotherapeut is opgeleid om het kind op een speelse wijze te leren voelen waar de bekkenbodemspieren zitten en hoe een kind daar controle over kan krijgen. Ook wordt geleerd hoe en wanneer ze moeten plassen en poepen. Ze krijgen inzicht in het leren voelen en goed te reageren op aandrang signalen.

Wat doet de gespecialiseerde fysiotherapeut voor kinderen met problemen in de zindelijkheid?

Allereerst zullen de klachten geïnventariseerd worden. Dit gebeurt middels een vraaggesprek en een aantal vragenlijsten waarvan gevraagd wordt ze thuis in te vullen. In de meeste gevallen zijn dit plas- en/of poepdagboekjes; dagboekjes bedoeld om een indruk te krijgen van het plas- en poepgedrag. Er wordt ook een bewegingsonderzoek gedaan. Ademhaling en ontspanning spelen een belangrijke rol bij goed poepen en plassen. Indien er een specifiek bekkenbodemspier-onderzoek zinvol is zal dit eerst met u worden besproken.

Wanneer er de klachten duidelijk in beeld zijn van uw kind wordt een behandelplan opgesteld. Dit kan onder andere bestaan uit voorlichting en advies over toiletgedrag, juiste perstechniek aanleren, blaastraining, drink-,en eetgedrag, adem- en ontspanningsoefeningen, het weer goed leren voelen van de bekkenbodem en het weer leren controleren daarvan. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van myofeedback of electrostimulatie. Ook wordt er zo nodig aandacht besteed aan houding, kracht, stabiliteit en bewegen van het kind.  We spelen in op de belevingswereld van het kind. Spelenderwijs leert  het kind grip te krijgen op de klachten. Uw kind  is – los van de leeftijd – gebaat bij de steun en coaching van zijn/haar ouders om dit probleem stap voor stap onder de knie te krijgen.

Soms is het nodig meerdere deskundigen in te schakelen. De gespecialiseerde fysiotherapeut is gewend multidisciplinair te werken en zal zo nodig en altijd in overleg met de verwijzer, adviseren om medebehandeling van een diëtiste of een psycholoog te vragen. De gespecialiseerde fysiotherapie wordt, net als de gewone fysiotherapie bij kinderen tot 18 jaar, vergoed door uw zorgverzekeraar. U kunt ook zonder verwijzing van de arts bij ons terecht.

Resultaat

Over het algemeen kan er binnen enkele maanden een goed resultaat worden bereikt. Het resultaat is mede afhankelijk van de aard en ernst van de medische problematiek, van de duur van de klachten, van de leeftijd en motivatie en inzet van het kind en de ouders.

Uit de literatuur is bekend

  • Uit onderzoek is gebleken dan 68% van de kinderen helemaal van hun klachten afkomt en bij nog eens 12 % verbeteren de klachten aanmerkelijk.  
  • Er zijn 100.000 kinderen met ontlastingsproblemen.
  • Bij kinderen komt bedplassen op de leeftijd van 4-7 jaar bij 12 % van de jongens en 8 % van de meisjes voor.
  • Natte broeken overdag komt op de leeftijd van 6 jaar bij 9 % van de kinderen voor.
  • Blijf er niet mee rondlopen; in veel gevallen is er iets aan te doen